zondag 12 augustus 2007

Woensdag 8 augustus 2007

Oudenaarde - Ashford
De dag begon wederom vroeg en dit maal onder het genot van kakelende kippen. Omdat het vertrek vroeg op de agenda stond en de ferry in Calais gehaald moest worden, was de avond van tevoren het tentenkamp al afgebroken.Tussen kwart over acht en half negen had iedereen de camping verlaten en reed iedereen een donkere, onheilspellende lucht tegemoet.

Het verloop van de dag, een anekdote
Wij: Justa en Bram zijn samen vertrokken in Burton nr. 1. Dit is echter niet de aankomstpositie. Er heerst namelijk een zogenaamde vloek over deze Burton. De ellende begon 20 minuten na vertrek. Na een goede start, begaf de tomtom (inmiddels domdom) het en vond hij dat wij zelf verantwoordelijk waren voor onze route. Onder het motto ‘alle wegen leiden naar Rome’ hebben wij de route voortgezet. Nog geen 2 minuten later brak de hemel open en vulde de regen onze auto tot de rand met water (oké, dit is misschien lichtelijk overdreven, maar dit om de toon van het verhaal te zetten). Dit alles gebeurde terwijl wij midden op een autoweg reden. Ter info: alle andere Burtons zijn uitgerust met een uitklapbaar dak, maar deze Burton heeft een hardtop. Aangezien deze niet mee te vervoeren is in de achterbak, was deze met de bus mee. Wij zagen dus letterlijk en figuurlijk de bui hangen. Omdat Burton nr. 1 in een eerder stadium al een ruitenwisser in het oog van een team-member had gekatapulteerd (en niet was vervangen) was er geen houden aan om de ruiten watervrij te houden, en moesten wij noodgedwongen de auto op het kleine, nabijgelegen bedrijventerrein parkeren. Doorweekt hebben wij de spullen uit de achterbak gehaald en aangebeld bij een plaatselijke Fortis-bank. Hier werden wij ontvangen met een overheerlijk kopje koffie en een krantje. Toen wij enigszins het idee hadden dat verder rijden tot de mogelijkheden behoorde zijn wij de schade gaan opmaken. Wij troffen een doorweekte-en-zeker- geen-waterproof-Burton aan. Toch zijn wij, bikkels die we zijn, verder vertrokken in westelijke richting. En zo leek de ‘wet van Murphy’ in de praktijk mee te vallen. Echter, meneer Murphy nam geen genoegen met het leed dat wij hadden doorstaan. Toen de auto in beweging kwam bleken de dashboardmeters het begeven te hebben. De toerenmeter en benzinemeter gaven geen enkele informatie. De enige keus die voor ons de juiste was, was om ons zo snel mogelijk te begeven naar een tankstation. Dus op naar het tankstation. Na 2 pin-tankstations gepasseerd te hebben, vonden wij gelukkig een klein tankstationnetje waarbij de pompmanager zo aardig was om onze tank vol te gooien.
Verder onderweg bleken nog enige omleidingen te zijn, maar het begon uiteindelijk mee te zitten. Het missen van de boot in Calais was geen zekerheid meer en de zon en tomtom werkten ook mee! Uiteindelijk zijn we als één na laatste aangekomen in de haven van Calais.
Op de boot verliep alles volgens plan. De grote uitdaging was om al links rijdend de weg te vinden in Engeland. De camping lag op een goede 40 km (25 mijl) van de haven. Even schakelen dus. Wim had hier enige moeite mee en reed netjes 40 km per uur waar 40 mijl p/u was toegestaan. (bron PP)
De rest van de dag verliep goed.
De maaltijd smaakte naar behoren (hamburgers met friet en een speciaal Brits toetje. Ook de geblindeerde inparkeeropdracht was een groot succes. Op een enkele Nederlandse kampeerder na, die het nodig vond om te moeten klagen over geluid- en stankoverlast.
Wederom een dag gegrepen uit het leven van een rally rijder,

Getekend,
Justa en Bram